Jaarrekening

Grondslagen

De jaarrekening van de gemeente Edam-Volendam is opgesteld volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Grondslagen voor de waardering

Algemeen

De waardering van de activa en de passiva vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij hierna bij het desbetreffende balansonderdeel anders is vermeld, zijn activa en de passiva gewaardeerd tegen de nominale waarde.

De in de toelichting genoemde bedragen zijn opgenomen in duizenden euro’s, hierdoor kan sprake zijn van afrondingsverschillen in optellingen. De vergelijkende cijfers zijn daar waar nodig voor de vergelijkbaarheid aangepast.

In de begroting van 2023 is de programmastructuur gewijzigd. Hierbij zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd waardoor kosten en baten in een ander product vallen dan voorheen. Hierdoor ontstaan op diverse plekken verschuivingen tussen producten en programma's in de vergelijkende cijfers. Het rekeningresultaat sluit echter per saldo aan.

Normenkader rechtmatigheid

Het normenkader voor de rechtmatigheid van de baten en lasten inclusief balansmutaties wordt jaarlijks door de raad vastgesteld. Het normenkader rechtmatigheid 2023 is vastgesteld in de raad van 23 november 2023.

Grondslagen voor de rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
  1. Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 23 november 2023 door de raad is vastgesteld;
  2. Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario's in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn.
  3. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld;
  1. Ten aanzien van het M&O criterium geldt dat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid en daarom eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen worden in de rechtmatigheidsverantwoording.
  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
  1. Een verantwoordingsgrens van 3 % (zijnde € 3.606.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;

Een rapporteringstolerantie van € 50.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen

Schattingen

Het opstellen van de jaarrekening vereist, dat het college oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode, waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Immateriële vaste activa

De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden niet geactiveerd, tenzij deze kosten kunnen worden beschouwd als onderdeel van de verkrijgingsprijs van materiële vaste activa, de zogenaamde voorbereidingskosten. De immateriële vaste activa zijn in de balans opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen en specifiek van derden ontvangen investeringsbijdragen en -subsidies.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa zijn in de balans opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen en specifiek van derden ontvangen investeringsbijdragen en -subsidies.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen materiële vaste activa met economische nut, materiële vaste activa met economische nut waarvoor een heffing kan worden geheven en materiële vaste activa met een maatschappelijk nut. Materiële vaste activa met een economisch nut zijn gevormd uit alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut worden ook geactiveerd.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn overeenkomstig de termijnen, zoals deze zijn vermeld in bijlage 1 "Afschrijvingsbeleid vaste activa" bij de financiële verordening.

Financiële vaste activa

De onder financiële vaste activa opgenomen leningen verstrekt aan derden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze vorderingen hebben een rente-typische looptijd van één jaar of langer.

Deelnemingen en effecten zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of de lagere marktwaarde.

Voorraden

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken) alsmede de rentekosten berekend zoals voorschreven in de BBV als ook administratie- en beheerskosten.

Bij winstneming wordt de methode Percentage of Completion (POC) gevolgd: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst genomen. De berekening van de tussentijds te nemen winst gaat via de formule “(% realisatie kosten x % realisatie opbrengsten) x geraamde winst in euro”. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele onzekerheden in de bepaling van de geraamde winst. Deze onzekerheden worden gekwantificeerd op basis van “kans x impact”. 

Uitzettingen met een rente-typische looptijd < 1 jaar

De vorderingen zijn, onder aftrek van eventuele voorziening voor oninbaarheid, tegen nominale waarde gewaardeerd. De voorziening voor oninbaarheid zijn statisch bepaald op basis van ouderdom en volwaardigheid van de openstaande vordering.

Liquide middelen en overlopende activa

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen

Voorzieningen zijn op het moment van het opmaken van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en risico’s, voor zover hiervan de omvang redelijkerwijs kan worden ingeschat. Tevens zijn specifieke bestedingsverplichtingen voor van derden verkregen middelen voorzien. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de voorziening Pensioen (gewezen) wethouders. Deze voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde.

Langlopende schulden

De langlopende schulden worden opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Deze schulden hebben een rente-typische looptijd van één jaar of langer.

Kortlopende schulden < 1 jaar en overlopende passiva

Deze passiva worden tegen nominale waarde opgenomen.

Grondslagen voor de resultaatbepaling

Algemeen

De bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van de historische kosten. De lasten en baten zijn toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Alle lasten en baten die betrekking hebben op het boekjaar en ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekend zijn, zijn in het boekjaar verwerkt.

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt, geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarstukken moeten noemen, ook al ligt de oorzaak niet bij de gemeente. Voor 2023 bedraagt de onzekerheid € €178.000.

Lasten en verliezen

Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Personeelslasten zijn in beginsel toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Uitzonderingen hierop vormen de van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Doordat hiervoor geen voorziening of schulden mogen worden getroffen, zijn deze personeelskosten toegerekend aan het boekjaar waarin de uitbetaling plaats vindt.

Baten en winsten

Baten en winsten zijn slechts genomen voor zover deze op balansdatum zijn gerealiseerd.

Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld.

Deze pagina is gebouwd op 07/04/2024 14:38:52 met de export van 07/04/2024 14:33:22